Opinie

Architectuur verbindt

Illustratie leonard cools 2
01 ABSoluut 26 magazine

Publicatie

24 feb. 2024

Auteur

Anton Gonnissen

Fotograaf

Illustratie Leonard Cools

Er moet een moment in de prille geschiedenis van de mensheid geweest zijn waarop alles, werkelijk alles, gemeenschappelijk was. Het privatieve bestond (nog) niet, alles was collectief. Sluit uw ogen en stel het u voor. We lopen rond in berenvellen met een knots op de schouder, we slapen onder rotsen en in grotten. We jagen wat in het rond en verplaatsen ons in functie van het aantrekkelijkste jachtbestand. Tot één van ons een omheining rond wat geiten neerpoot, en vriendelijk vraagt om daar niet meer te komen jagen, meer zelfs, om daar weg te blijven. Het privatieve is geboren, de jager is boer geworden en bakent zijn terreinen af. De gemeenschappelijke paden errond worden omgebogen, en er wordt irrigatie vanuit de rivier aangelegd voor de eigen kweek. Later (veel later) volgen gas, post en Telenet. Vandaag is Het Privatieve onze heilige graal geworden, het summum van wat een mens kan bereiken in het leven. Van hieraf herkent u het wel. Hoe groter de privativiteit, hoe geslaagder het individu. Bewijs daarvan is de huidige verordening voor de minimumoppervlakte van drieduizend vierkante meter voor bouwpercelen in het Parkbos van Sint-Martens-Latem, waar in de smalle dreven de SUV’s mekaar nauwelijks nog kunnen kruisen, bewijze waarvan de afgereden spiegels als dode duiven in het struikgewas liggen.

N.v.d.r.: de schrandere lezer zal hier opmerken dat precies de schrijver van bovenstaande in datzelfde bedje ziek is. Diezelfde schrijver zal ootmoedig toegeven dat dit niets minder dan correct is. Maar zoals hij vaak stelt bij dergelijke observaties: “de beste bokser heeft een neus van porselein”.

Terug naar het spanningsveld tussen de gemeenschap en het privatieve. Gaandeweg botst deze organische evolutie met de houdbaarheid ervan. Snel de elf miljard individuen op deze aardkloot naderend, spinnen de media garen bij het volpennen van kranten en magazines over allerhande gebeurlijke problematieken die bij nuttige reflectie eenduidig het gevolg zijn van de onzorgvuldige organisatie tussen beiden. Ondertussen staan bij ons in Vlaanderen de wolf, bakfietsen en sinds kort stikstof symbool voor deze maatschappelijke strijd. Deze column is ongeschikt om het hele spectrum van deze problematiek te schetsen, maar doelt precies op de duiding van een belangrijke oplossing: ruimtelijke ordening. En wie ruimtelijke ordening zegt, zegt architectuur.

“Architectuur verbindt verleden en toekomst en genereert daardoor betekenis. Ontwerpen en bouwen is een culturele praktijk: het ordent de omgeving waarin we leven, het maakt een wereld. Architectuur geeft vorm aan de manier waarop private en publieke ruimtes op elkaar aansluiten en zorgt daardoor mee voor het integreren van private levens en private verhalen in de publieke ruimte van parken, pleinen en straten”.*


Hilde Heynen, Bart Verschaffel, e.a., Architectuurkwaliteit vandaag, Reflecties over architectuur in Vlaanderen

Het is een collateraal gegeven: architectuur verbindt vooral mensen. Die verbinding komt reeds tot stand wanneer het ontwerp en de disciplines die dat ontwerp vorm moeten geven, samengebracht worden. Deze symbiose is een onafwendbare werkelijkheid, of zou dat toch moeten zijn. Architectuur verbindt alle afdelingen/specialismen/mensen/organisaties die ermee te maken hebben. Architectuur maakt die verbindingen zichtbaar en overzichtelijk.

Dat is dus waar deze column over gaat: enerzijds is onze drang naar privativiteit een recht dat het verdedigen waard is, anderzijds dienen we ons eens neer te zetten en diep na te denken over het belang van collectieve oplossingen voor de ontelbare problemen die dat privatieve heeft veroorzaakt. De oplossing ligt onder andere in de handen van de architecten die naast het palet van kunstenaar ook de grijze stofjas van maatschappelijk werker dienen aan te trekken, omringd door geïntegreerde tools zoals een uitvoerend bouwteam waar het ontwerp, kwaliteits- en business proces management, governance[1] en compliance[2] naadloos met elkaar verbonden kunnen worden. Zo krijgt iedereen hetzelfde beeld en zal er minder langs elkaar heen gepraat worden. Het proces zelf is evengoed een verbindende factor. Het proces is de kapstok.

Vraag me niet hoe ik van holbewoners tot bouwteams ben gekomen, ik sta er zelf soms van te kijken hoe kronkelig een geest kan zijn als die steeds de hamer op dezelfde nagel wil slaan. Dit ‘gehamer’ zegt wel iets over de navelstaarderij van de boodschapper, maar doet evenwel niets af van de boodschap. Ons vak is bouwen, en wat we bouwen moet de moeite waard zijn. Zoniet is het verkwisting van budgetten en grondstoffen. Dat bouwen verbindt mensen. Niet alleen op de werkvloer, maar vooral in de gemeenschappelijke ruimte. Door het privatieve op de juiste manier te bouwen, helpen we de ordening van het gemeenschappelijke. Dat is ’t.


[1] De letterlijke vertaling van governance is bestuur, beheersing en macht of de wijze van besturen (Koenen, 1997). Governance kan algemeen worden beschreven als 'het uitvoeren van beleid, controle, macht, regels en principes van organisaties' (Oxford Dictionary, 1974).

[2] Het woord compliance of compliancy komt voort uit het Engelse woord 'to comply', wat 'gehoorzamen' of 'zich er naar schikken' betekend. Tegenwoordig wordt Compliance gebruikt als vakterm voor de naleving van alle wet- en regelgeving in een organisatie. Vooral financiële bedrijven hebben te maken met compliance regels.


Anton Sr Gonnissen
Gent, 15 mei 2023